Het wetenschappelijke werk van Gregor Mendel (1822-1884) en de publicatie van zijn ontdekkingen (Experimenten in plantenhybridisatie - 1865) markeren het begin van de genetica (de studie van erfelijkheid en genen). Met behulp van deze befaamde wetenschappelijke benadering, het integreren van een statistisch hulpmiddel, bestudeerde Mendel de overdracht van eigenschappen bij planten. Hij koos voor de erwtplant (pisum sativum), omdat die aan al zijn eisen voldeed.
Om de overdracht van het ene kenmerk naar het andere te begrijpen, bevruchtte hij kunstmatig twee erwtenvarianten uit zuivere geslachten. De ene werd gekenmerkt door 'gladde zaden' en de andere door 'gerimpelde zaden'. Het nageslacht (F1) bezat uitsluitend gladde zaden.
Hij vervolgde het experiment met het uitvoeren van de zelfbevruchting van de F1-generatie. Hij was verrast om een constant aandeel van het ’gerimpelde zaden’-kenmerk in het F2-nageslacht terug te vinden.
Op grond van dit experiment met miljoenen zaden kon Mendel bevestigen dat:
Het hierboven gebruikte woord ‘factor’ is inmiddels vervangen door het woord ‘gen’, dat pas ontdekt werd aan het begin van de 19de eeuw. Merk op dat zijn publicatie pas in die tijd de verwachte impact kreeg en dat hij bijna een halve eeuw moest wachten op de herontdekking.