De schakeling is opgebouwd uit een variabele voeding, een variabele weerstand R en een gloeilamp, alle in serie geschakeld.
Met een ampèremeter, in serie geschakeld, kan de stroom I worden gemeten. Met een voltmeter, parallel geschakeld aan de weerstand R, kan het spanningsverschil over de weerstand VR worden gemeten.
De gloeilamp fungeert als een weerstand RA, met een weerstand gelijk aan 10 Ω.
De kromme toont het gedissipeerde vermogen in de weerstand. De eenheid van vermogen is de watt (W).
P = VR x I = R x I2
Met de variabele weerstand R kan de stroomsterkte in de schakeling worden geregeld.